Achtergrond

Belang van representatie in speelomgeving

Door te spelen ontdekken kinderen de wereld om zich heen. Zo bereiden zij zich spelenderwijs voor op hun leven als volwassenen. Onder andere op basis van de beelden die kinderen zien in hun speelomgeving ontwikkelen zij een beeld over zichzelf, de wereld en de rol die zij daarin voor zichzelf zien.

Als kinderen zichzelf in veel verschillende en positief gewaardeerde rollen herkennen in hun speelomgeving, verscherpt dit hun zelfbeeld en vergroot dit hun zelfvertrouwen. Kinderen zien dat zij deel uitmaken van de wereld waardoor hun betrokkenheid bij de maatschappij wordt gestimuleerd. Dat motiveert hen om hun talenten te ontplooien en bij te dragen op een manier die bij hen past.

Op basis van de mate waarin kinderen anderen zien in hun speelomgeving, vormen zij zich ook een beeld over de mogelijkheden voor anderen in de maatschappij. Als mensen met minder voorkomende kenmerken of genderrollen niet of nauwelijks zichtbaar zijn in de speelomgeving, ontwikkelt het kind onbewust een beeld van de werkelijkheid waarin deze mensen geen deel uitmaken van de samenleving.

Als een groep mensen consequent op een heel eenzijdige manier wordt weergegeven, ontwikkelt een kind onbewust stereotype denkbeelden op basis waar van vooroordelen kunnen ontstaan. Die vooroordelen kunnen leiden tot discriminatie waardoor de mogelijkheden van mensen worden beperkt.

Ook mensen met heel goede intenties bekijken hun wereld onbewust en ongewild door een filter. Waarom is het zo moeilijk om dat niet te doen?

Noodzaak van groepsidentificatie

Je hoort mensen vaak zeggen dat we niet in hokjes moeten denken. Wij geloven dat dat niet realistisch is. Mensen hebben een primaire behoefte om bij een groep te horen.

Om in vroegere tijden te kunnen overleven was het noodzakelijk om deel uit te maken van een groep. De eigen groepsleden stonden voor bescherming en veiligheid en vergrootten je overlevingskansen. Niet-groepsleden konden juist een bedreiging vormen. Onze hersenen zijn er daarom op ingesteld om nieuwe personen razendsnel in te delen bij de eigen groep of een andere. Die snelheid bereik je alleen als je af gaat op (uiterlijke) kenmerken die direct zichtbaar zijn.

Tegenwoordig zijn we voor onze overleving minder afhankelijk van het lidmaatschap van een groep. Wel hebben wij nog steeds de reflex om mensen op basis van zichtbare kenmerken in te delen in groepen. Terwijl ‘de ander’ in principe geen extra risico met zich meebrengt. Deze reflex en de achterhaalde lading die er aan hangt doet de werkelijkheid en onze huidige maatschappij dus eerder tekort.

Denkbeelden & categorisatie

De hele dag door krijgen we via allerlei kanalen een massa aan informatie op ons afgevuurd. Ons brein is niet toegerust om snel zulke grote hoeveelheden aan informatie nauwkeurig te registreren en analyseren. Om niet overbelast te raken clustert ons de brein de informatie daarom in categorieën.

Als er eenmaal een bepaalde hoeveelheid informatie is opgeslagen in een categorie, dan koppelt je brein nieuwe informatie automatisch aan de al opgeslagen informatie. Ook scannen je hersenen de binnenkomende informatie op aanknopingspunten met andere categorieën in je hoofd (b.v. auto-vervoersmiddel-milieuvervuiling). Zo ontstaan er verbindingen tussen die verschillende categorieën en worden associaties gevormd. Door die verbindingen ontstaat een meerzijdig beeld. Dat beeld gebruik je vervolgens om in het dagelijks leven beslissingen te nemen.

Het is aantrekkelijk om te denken dat we al onze beslissingen bewust en rationeel nemen. Per dag nemen we echter ruim 35.000 beslissingen. Het zou totaal onwerkbaar zijn om al deze beslissingen bewust te nemen. Daarom nemen we meer dan 95% van onze beslissingen volledig onbewust. Dat wil zeggen, op basis van de informatie die ons brein heeft opgeslagen in de verschillende categorieën.

Wij handelen dus op basis van de beelden die wij in ons hoofd hebben (= denkbeelden). Op zichzelf een mooi mechanisme dat ons in staat stelt om te overleven. Als er echter cruciale informatie mist kan dat mechanisme juist zeer destructief zijn.

Dit gebeurt bijvoorbeeld als een specifiek uiterlijk kenmerk van een groep mensen heel sterk verbonden is met één associatie die breed gedeeld wordt. Dan kan een één-dimensionaal beeld van een groep mensen ontstaan. Op het moment dat je iemand ontmoet met dat specifieke uiterlijke kenmerk, wordt direct die ene associatie geactiveerd, en de verwachtingen die daaraan gekoppeld worden zorgen vervolgens voor stereotypering. De houdingen en beslissingen die daar (onbewust) uit voort komen kunnen mensen enorm beperken in de ontwikkeling van hun talent en potentieel.

Hoe kunnen we inclusie en kansengelijkheid dan toch vergroten?

Door ons te richten op de zaken die -in tegenstelling tot onze oerinstincten- wel veranderbaar zijn. We hebben invloed op de informatie die kinderen krijgen en het beeld dat zij daarmee vormen over groepen mensen. Hoe veelzijdiger de informatie is, hoe meer mogelijkheden zij zullen zien voor zichzelf en anderen.

Daarom is het de missie van Met Nina om een speelomgeving voor kinderen te creëren waarin mensen met verschillende uiterlijke kenmerken zichtbaar zijn, maar waar het juist gaat om andere aspecten van hun mens zijn.

Op deze manier verbreden wij de associaties die kinderen kunnen maken bij het zien van ‘anderen’. Daarmee worden de mogelijkheden vergroot die zij zien en creëren voor zichzelf en anderen. Zodat elk kind zijn, haar of hen talent optimaal kan ontdekken, ontwikkelen en benutten. Dat maakt een wereld van verschil!

Naar producten